clip_image002

 

 

 

 

Voorganger:                    dominee W.F. van de Woestijne


Welkomstwoord en mededelingen

 

Psalm 25, vers 1 en 2

1.    Heer, ik hef mijn hart en handen

       op tot U, beslecht mijn zaak.

       Weer van mij de smaad en schande

       van mijns vijands leedvermaak.

       Ja, zij worden zeer beschaamd

       die de goede trouw verachten,

       maar wie uw gebod beaamt,

       mag gelovig U verwachten.

 

2.    Here, maak mij uwe wegen

       door uw Woord en Geest bekend;

       leer mij, hoe die zijn gelegen

       en waarheen G'uw treden wendt;

       leid mij in uw rechte leer,

       laat mij trouw uw wet betrachten,

       want Gij zijt mijn heil, o Heer,

       'k blijf U al den dag verwachten.

 

Stil gebed & Votum en Groet

 

Psalm 25, vers 3 en 4

3.    Denk aan 't vaderlijk meedogen,

       Heer, waarop ik biddend pleit:

       milde handen, vriend'lijk' ogen

       zijn bij U van eeuwigheid.

       Denk toch aan de zonde niet

       van mijn onbedachte jaren!

       Heer, die al mijn ontrouw ziet,

       wil mij in uw goedheid sparen.

 


4.    God is goed, Hij is waarachtig

       en gaat zijn getrouwen voor,

       brengt, aan zijn verbond gedachtig,

       zondaars in het rechte spoor.

       Hij zal leiden 't zacht gemoed

       in het effen recht des Heren:

       wie Hem need'rig valt te voet,

       zal van Hem zijn wegen leren.

 
Uitleg Heilige Doop en Doopgebed

 

Zingen Kind wij dragen je op handen  (Hanna Lam)

Kind, wij dragen je op handen
naar het water van de bron.
Want jouw leven mag niet stranden,
niet vergaan in het waarom.


Door het water vroeg of later
kom je dicht bij het geheim.
In de hoge hemel staat er
dat je kind van 't Licht mag zijn.


Als jouw naam wordt uitgesproken
over duister water heen,
is jouw eenzaamheid doorbroken,
ben je hier niet meer alleen.


Water, water, laat het stromen,
teken en herinnering,
van een eeuwig heimwee dromen
van een altijd nieuw begin.


Opgenomen en verbonden
met de Naam die vrede is,
gaat jouw leven niet ten onder
en het wordt niet uitgewist .

Tijdens het zingen wordt de dopeling binnengebracht.

 

Doopbelofte

 

Bediening Heilige Doop aan Maria Jacoba Kamp

 

Psalm 105, vers 1 en 3 - staande

1.    Looft God den Heer, en laat ons blijde

       zijn glorierijke naam belijden.

       Meldt ieder volk en elk geslacht

       de wonderen die God volbracht.

       Gij die van harte zoekt den Heer,

       verblijdt u, geeft zijn naam de eer.

 

3.    God, die aan ons zich openbaarde,

       regeert en oordeelt heel de aarde.

       Zijn woord wordt altoos trouw volbracht

       tot in het duizendste geslacht.

       't Verbond met Abraham zijn vrind

       bevestigt Hij van kind tot kind.

 

Op Toonhoogte 431

Refrein:    Jezus is de Goede Herder.

                 Jezus, Hij is overal.

                 Jezus is de Goede Herder,

                 brengt mij veilig naar de stal.

 

1.    Als je ’s avonds niet kunt slapen

       en je bang in ’t donker bent.

       Denk dan eens aan al die schaapjes,

       die de Heer bij name kent.

       Refrein

 


2.    En wanneer je soms alleen bent

       en je hart is vol verdriet.

       Denk dan aan de Goede Herder,

       Hij vergeet zijn schaapjes niet.

       Refrein

 

Gebeden

 

Instructie uit Exodus 20, vers 1 t/m 11

 

Psalm 25, vers 5 en 6

5.    Louter goedheid zijn Gods wegen

       en zijn paden zijn vertrouwd

       voor wie, tot zijn heil genegen,

       zijn geboden onderhoudt.

       Wil mij, uwen naam ter eer,

       al wat ik misdeed vergeven.

       Ik heb tegen U, o Heer,

       zwaar en menigmaal misdreven.

 

6.    Wie heeft lust de Heer te vrezen,

       't allerhoogst en eeuwig goed?

       God zal zelf zijn leidsman wezen,

       leren hoe hij wand'len moet.

       Wie het heil van Hem verwacht

       zal het ongestoord verwerven,

       en zijn zalig nageslacht

       zal 't gezegend aardrijk erven.

 
Schriftlezing Galaten 3: 24- 4:7.

 

Psalm 25, vers 7 en 10

7.    Gods verborgen omgang vinden

       zielen waar zijn vrees in woont;

       't heil'geheim wordt aan zijn vrinden

       naar zijn vreeverbond getoond,

       d' Ogen houdt mijn stil gemoed

       opwaarts, om op God te letten:

       Hij, die trouw is, zal mijn voet

       voeren uit der bozen netten.


10.  Mogen mij toch steeds behoeden

       vroomheid en waarachtigheid.

       Hoopvol is het mij te moede,

       U verwacht ik t' allen tijd.

       Here God van Israël,

       red uw volk in tegenspoeden!

       Toon uw goddelijk bestel,

       dat uw hand ons toch behoede!

 

Preek Galaten 3 vers 27

Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.

 

Op Toonhoogte 457

Refrein 1  Weet je dat de Vader je kent?

                 Weet je dat je van waarde bent?

                 Weet je dat je een parel bent,

                 een parel in Gods hand, een parel in Gods hand.

 

1.    Ze zeggen allemaal: je kan niks doen, je bent een oen;

       ze trekken altijd aan mijn paardestaart, ik ben niks waard.

       Nou heb ik weer de ranja omgegooid, ik leer het nooit.

       Mijn moeder luistert nooit als ik wat zeg.

       ‘k Heb altijd pech, ik ga maar weg.

       Refrein 1

 

2.    Ik snap alweer niks van die rare som, ik ben zo dom.

M’n bloes zit onder de spaghettimix, ik kan ook niks.

Al noemt de hele klas mij sacherijn, ik mag er zijn.

Al zegt mijn broertje steeds: “wat stout ben jij”,

God houdt van mij, God houdt van mij.

 

Refrein 2  Ik weet dat de Vader mij kent.

           Ik weet dat ik van waarde ben.

           Ik weet dat ik een parel ben,

           een parel in Gods hand, een parel in Gods hand.

Gebed

 

Collecten

 

Gezang 293, vers 1 en 3 (melodie The Rose)

1.    Wat de toekomst brengen moge,

       mij geleidt des Heren hand;

       moedig sla ik dus de ogen

       naar het onbekende land.

       Leer mij volgen zonder vragen;

       Vader, wat Gij doet is goed!

       Leer mij slechts het heden dragen

       met een rustig, kalme moed!

 

3.    Laat mij niet mijn lot beslissen:

       zo ik mocht, ik durfde niet.

       Ach, hoe zou ik mij vergissen,

       als Gij mij de keuze liet!

       Wil mij als een kind behandlen,

       dat alleen de weg niet vindt:

       neem mijn hand in uwe handen

       en geleid mij als een kind.

 

Zegen

 

Gezang 293, vers 4

4.    Waar de weg mij brengen moge,

       aan des Vaders trouwe hand,

       loop ik met gesloten ogen

       naar het onbekende land.